×

Siebe Roesems

De kans is groot dat Siebe Roesems je op de fiets al eens inhaalde tijdens een van zijn trainingsritten. De belofterenner droomt van een profcarrière en traint tussen zijn wedstrijden door dagelijks in Halle en omgeving.

Vindt een wielrenner hier genoeg uitdaging om te trainen?

Siebe: Halle is een goede uitvalsbasis om te trainen. Ik ben snel in het heuvelachtige Wallonië en Geraardsbergen is niet veraf. Ook het Pajottenland is een goede streek om te trainen. Andere renners zijn jaloers op zo'n omgeving. Als belofte ben ik vaak op reis, dus ik besef goed welke luxe ik hier heb.

Langs het kanaal zien we wel vaker wielertoeristen. Is dat een plek waar we jou kunnen spotten?

Siebe: Richting Brussel ligt een heel mooie fietssnelweg. Met Remco Evenepoel fietste ik via die route al een paar keer richting hoofdstad. Dan rijden we een half uurtje door de drukte van Brussel om zo de fietssnelweg naar Leuven te nemen. Dat is een fijne rit om terug te keren via Overijse. Al trek ik ook graag richting Itter als ik een intervaltraining doe. De pittige hellingen daar zijn perfect.

Hoe kreeg de wielermicrobe jou te pakken?

Siebe: Mijn vader was profrenner. Toch ben ik niet meteen voor de koers gegaan. Ik had een koersfiets, maar voetballen bij FC Pepingen kwam lang op de eerste plaats. Tot ik tijdens een fietstocht werd aangereden door een tractor in Bellingen. Het gebeurde in een flauwe bocht. Toen ik bijkwam was mijn linkerbeen gekneld onder het wiel van de tractor. Vreemd genoeg maakte ik daar de klik: ik wil wielrenner worden.


Ik ben niet het grootste talent, maar wel een harde werker. - Siebe Roesems


Iemand anders zou de fiets definitief aan de haak gehangen hebben.

Siebe: Velen zouden er een trauma aan overhouden, maar ik dacht: ik wil koersen! Ik herinner me nog dat ik al heel snel na het ongeval om nieuwe koersschoenen vroeg. Af en toe denk ik er wel aan terug. Het ongeval gaf me karakter. Ik ben niet het grootste talent, maar wel een harde werker. Dat heeft me al ver gebracht.

Studeer je nog?

Siebe: Ik studeer sportmanagement aan Thomas More, campus Turnhout. De opleiding is volledig op afstand en op maat van sporters. Mijn leerkrachten zijn makkelijk te bereiken en antwoorden snel. Dat is geweldig. Ik ben net terug van een wedstrijd die 1 week duurde. Dan kan je niet studeren. Maar ik krijg de kans om nadien in te halen. Bovendien verlies ik geen tijd met het pendelen naar de campus.

Heb je dan nog tijd om eens op stap te gaan?

Siebe: Ik ben geen uitgaanstype. Gelukkig, anders geraak je niet ver in het wielerpeloton. Je zal me dus niet snel zien dansen met carnaval op de Grote Markt. En als ik het doe, haal ik middernacht niet eens. Ik stap wel al eens graag café De Fazant binnen. Cafébazin Kristien houdt zelf van wielrennen. Ook bij fietsbar en -winkel Falco kan je me vinden. Uitbater Gert-Jan is iemand die al even fietsgek is als ik. Met hem organiseerde ik eind maart nog de klimwedstrijd King of the Kluis in Buizingen.

Op 13 augustus vindt de eerste Grote Prijs Stad Halle plaats. Zien we jou aan de start?

Siebe: Fantastisch dat er opnieuw gekoerst wordt in Halle! Ik hoop natuurlijk dat onze ploeg meedoet, maar de kans is klein. Het programma is al een tijd geleden vastgelegd. Maar als ik blijf koersen en de Grote Prijs Stad Halle een vaste waarde wordt, kan ik niet wachten om te rijden voor eigen publiek.